Damesvoetbal
Meisjes van basisschool Het Kleine Veer die meededen aan het jaarlijkse voetbaltoernooi voor basisscholen, schreven in 1970 een brief aan het bestuur van ASC’62. Zij wilden buiten school om ook voetballen. Het toen zittende bestuur zag het niet zitten om aan vrouwenvoetbal te beginnen.
Eén van de oudere meiden met belangstelling voor het vrouwenvoetbal was Minie Koelewijn-Bosscher. Minie vertelt: “Tijdens een vergadering met het toen zittende bestuur in een bovenzaaltje van de gereformeerde kerk aan het Pleyendal probeerden we het bestuur te overtuigen.” Ondanks de smeekbedes van de meisjes van Het Kleine Veer bleef het antwoord: ´’Nee, het kan niet, er is geen animo voor’.
Uiteindelijk kregen ze het voor elkaar dat er een advertentie geplaatst mocht worden om te zien of er belangstelling voor vrouwenvoetbal was. Maar liefst 35 reacties kwamen hierop, van meisjes en dames variërend in de leeftijd van tien tot zesentwintig jaar. ASC ’62 kon er niet meer onderuit. Het vrouwenvoetbal deed op 16 december 1971 zijn intrede in Dalfsen. Tijdens de oprichtingsvergadering was Marinus Scherpenkate één van de aanwezigen. Dochter Margien had ook gereageerd op de oproep in de krant. Marinus nam het trainerschap op zich en kreeg daarbij hulp van zijn toenmalige buurman Bertus Roddenhof. Bertus was gymleraar en was als zodanig al verbonden met ASC.
Volgens Minie Koelewijn was het vrouwenvoetbal in de beginjaren veel meer een plattelandsgebeuren. ‘Misschien dat de jeugd op het platteland eerder vertier buitenshuis zoekt dan de jeugd in de stad. Het waren vooral dorpen waar we naar toe gingen om te voetballen. Later werd er ook in de grotere plaatsen gevoetbald door dames. In onze beginjaren kwamen de tegenstanders uit Ommen, Balkbrug, Gramsbergen, Ruinerwold, IJhorst, De Krim en andere dorpen in de regio. Dichterbij was er een dameselftal in Hoonhorst maar deze was geen lang bestaan beschoren en de dames gingen over naar het zaterdagvoetbal in Dalfsen. Dames uit alle buurtschappen en buurtdorpen kwamen naar ASC’62 toe.
Deze toestroom van vrouwen uit de wijde omgeving zorgde voor een heel andere sfeer. Niet alleen vanwege de herkomst van de dames maar juist omdat het dames waren. In de afgelopen veertig jaar zijn er nogal wat relaties ontstaan. Daarnaast zijn er veel stellen die samenwonen of ‘verkering hebben’. Zolang er dames voetballen bij ASC’62 zal dit zeker niet veranderen. En dat er dames blijven voetballen staat voorlopig wel vast.
In 1980 was de aanwas zo groot dat er een tweede elftal kon worden gevormd.
De grote doorstroom van meisjes in die tijd zorgde al snel voor een derde dameselftal.
In 1985 promoveert Dames 1 naar de hoofdklasse Oost om hier vervolgens vier jaar lang in te blijven. De grote belangstelling voor vrouwenvoetbal in Dalfsen resulteerde zelfs tot een totaal van vier dameselftallen. Vanwege veel langdurig blessureleed werd dit echter weer snel terug gedraaid naar drie elftallen. De prestaties tijdens de jaren negentig waren goed te noemen; het damesvoetbal had zijn plaats in Dalfsen gevonden.
De positieve ontwikkelingen bleven zich voortzetten en de meisjes bereikten zelfs de Tweede Divisie Oost. De meisjes die interesse voor het spel hadden werden ook steeds jonger. Vanaf 1989 was er ook een team voor meisjes tussen de zes en negen jaar. De laatste jaren is het gebruikelijk dat er bij de E- en F-pupillen gemengd gespeeld wordt. Wanneer er in een jaar veel meisjes van dezelfde leeftijden spelen kan er ook een meisjesteam worden gevormd. Tegenwoordig zijn er bij ASC’62 meestal drie meisjeselftallen (B, C en D)en drie dameselftallen. Een A-team van meisjes behoort ook tot de mogelijkheden, al heeft zich dit bij ASC’62 niet vaak voorgedaan. Deze leeftijdsgroep voetbalt meestal met de dames mee.
Ten tijde van het 25-jarig jubileum was goed te zien wat de eerste vijfentwintig jaar damesvoetbal had gebracht. Heel veel plezier, vriendschappen voor het leven en de wil om samen te knokken voor een goed resultaat. Maar ook opoffering voor de sport. Met name het eerste dameselftal speelde landelijk in de eerste klasse en vertrok op menig zaterdag vroeg in de ochtend naar de tegenstander om vervolgens pas in de middag terug te keren. Na afloop van één van deze wedstrijden in Rotterdam werden de dames zelfs onder begeleiding naar de bus gebracht om zo snel mogelijk huiswaarts te keren. Er was geen tijd om te douchen, zo gauw mogelijk de bus in om het woedende publiek te ontvluchtten. Later werd het voetbal ingedeeld in regio’s waarmee de reistijd van en naar de tegenstander kleiner werd.
In september 2003 was het Lisanne Stokvis die zich als honderdste vrouwelijke lid aanmeldde bij ASC’62. Dit aantal is de laatste tien jaren niet spectaculair gestegen. Er zijn nu rond de 115 meisjes en vrouwen actief lid bij ASC’62, onderverdeeld in drie dames- en drie meisjeselftallen.
Bron: Jubileumboek ASC’62